
Landschapsfotografen hebben het toch maar makkelijk. Ze hebben zeeën van tijd om alles eens goed te bekijken en scherp te stellen. Totaal geen haast! Dat is bij snel bewegende onderwerpen als sport en wildlife wel even wat anders. Daar is scherpstellen een uitdaging voor zowel de fotograaf als de camera.
Thomas Jansen
Nikon D3400 · ISO 100 · F 10 · 1/40 SEC · 105 MM
Bij actie en beweging is het dus zaak om de beste scherpstelmethode te gebruiken die je voorhanden hebt. Want de tijd dat je enige keus had tussen automatische scherpstelling (autofocus/AF) en handmatige scherpstelling (MF) ligt al ver achter ons.
Albert Beukhof (agdbeukhof)
Sony A99 II · ISO 1000 · F 5,6 · 1/1000 SEC · 300 MM
Ontwikkeling autofocus
Ieder jaar buitelen de camerafabrikanten over elkaar heen om de nieuwste, snelste en fraaiste camera’s te presenteren. De prestatie van de autofocus is daarbij vaak een belangrijk onderdeel en de ontwikkelingen op dat gebied gaan dan ook razendsnel. Welke technieken zijn er en waarom zou je die gebruiken?
Waar we vijftien jaar geleden nog maar net wisten wat een digitale camera was, stelden we vijfendertig jaar geleden allemaal nog handmatig scherp. Autofocus bestond toen helemaal niet en is pas sinds de opkomst van de digitale camera in de jaren tachtig gemeengoed geworden.
Bart van Mastrigt (bmas)
Canon 200D · ISO 100 · F 8 · 1/100 SEC · 300 MM
In de afgelopen decennia heeft de kwaliteit van de autofocussystemen zich voortdurend verder ontwikkeld. De snelheid en accuratesse van die systemen is de laatste vijf jaar enorm toegenomen door de introductie van allerlei innovatieve autofocustechnieken.
Scherpstelpunten
Was je tien jaar geleden nog in je nopjes met tien scherpstelpunten, tegenwoordig ben je pas echt gelukkig als je een camera met vier- of zelfs vijfhonderd scherpstelpunten hebt. Deze immense hoeveelheid geeft je het voordeel dat je op zo ongeveer elke willekeurige plek kunt scherpstellen. ‘Vroeger’ was het nog weleens nodig na het scherpstellen je compositie nog te bepalen, omdat er maar weinig AF-punten beschikbaar waren. Nu is dat in principe niet meer nodig, want de scherpstelpunten bevinden zich over zo ongeveer het gehele beeldoppervlak.
Jeroen Schouten (yeroon86)
Canon 6D · ISO 160 · F 9 · 1/15 SEC · 111 MM
Spiegelreflexcamera’s hebben vaak een razendsnelle autofocus aan boord dankzij een speciale autofocussensor met fasedetectie, waar compactcamera’s vaak gebruikmaken van een systeem dat gebaseerd is op contrastdetectie. Dat werkt wel accuraat, maar is wel minder snel en bovendien heeft dat systeem soms de neiging om te gaan ‘zoeken’.
De laatste jaren worden de spiegelreflexcamera’s echter ingehaald door systeemcamera’s die diezelfde techniek (fasedetectie) gebruiken op het sensoroppervlak én het vaak combineren met contrastdetectie. Hierdoor worden systeemcamera’s vaak hybride systemen genoemd. Niet alleen bieden ze dus een razendsnelle autofocus, maar door die fasedetectietechniek is deze ook nog eens uiterst accuraat. Bovendien kunnen ze enorm veel foto’s maken in slechts één seconde (burst). Sensoren met fasedetectie-autofocus beschikken vaak over honderden autofocuspunten.
Zones
Wil je snel reageren en heb je geen tijd om keer op keer het dichtstbijzijnde scherpstelpunt aan te wijzen, maar wil je de camera ook weer niet uit alle scherpstelpunten laten kiezen? Dan kun je met groepjes scherpstelpunten werken om de trefkans zo groot mogelijk te maken. Je activeert dan alleen scherpstelpunten die in een bepaald gedeelte van het beeld zitten. In dat geval kies je de plek waar je een wielrenner, straaljager of vogel verwacht te zien. Zo’n groepje scherpstelpunten heet een zone. De camera kiest vervolgens zelf het meest geschikte scherpstelpunt, maar alleen binnen de door jou aangewezen zone. Hiermee voorkom je dat er per ongeluk een boom of een toevallige voorbijganger buiten de zone scherp op de foto komt.
Tracking
Tracking is een bepaalde autofocustechniek. Je gebruikt het vooral als je bewegende onderwerpen scherp op beeld wilt hebben staan. De autofocus maakt in zo’n geval tientallen berekeningen per seconde om ervoor te zorgen dat het onderwerp in de focus blijft.
Tegenwoordig bestaan er ook steeds meer tracking-modi met specifieke eigenschappen. Zo is er een modus die in de gaten heeft wanneer er een onderwerp in beeld verschijnt, en daar vervolgens ook nog op kan scherpstellen. Of een modus die zich focust op beweging van links, rechts of juist in de achtergrond. Of een modus die onderwerpen en hun gedrag kan ‘herkennen’.
Frank Jacobs (frankjacobs)
Nikon D5 · F 4 · 1/1250 SEC · 390 MM
Anno 2021 is het voor veel camera’s geen probleem meer om een onderwerp te volgen, ook niet als er andere bewegende beeldelementen in beeld zijn. Al blijft het voor de fotograaf natuurlijk wel zaak de juiste modus voor de juiste fotosituatie te selecteren.
Gezichts- en oog-detectie
Bij het fotograferen van personen is het het belangrijkste dat het gezicht, en zeker de ogen, scherp zijn. Moderne camera’s kunnen je hierbij helpen, want het autofocus-systeem weet hoe een gezicht eruitziet en stelt daarop scherp als er een persoon in beeld verschijnt. Kom je dichterbij, dan zullen veel camera’s automatisch overschakelen naar oogdetectie. Je kunt dan ook nog kiezen welk oog ‘voorrang’ heeft. De gezichts- en oogherkenning werkt vaak erg goed en biedt in de praktijk veel voordelen. Sony is traditioneel een sterke speler met zijn Eye-AF, maar ook andere fabrikanten maken tegenwoordig uitstekende systemen. De laatste tijd verschijnen er zelfs autofocussystemen die ook dieren en dierenogen kunnen herkennen.
Monique Belier (mbelier)
Canon 80D · ISO 100 · F 5,6 ·1/160 SEC · 50 MM
Automatisch of met de hand
Moderne camera’s kunnen dus steeds beter focussen op bewegende onderwerpen. Toch is het ook handig om te weten wat je kunt doen als de autofocus het laat afweten. En ook wanneer jouw camera niet de allernieuwste snufjes heeft, zijn er trucjes die je toe kunt passen om bewegende onderwerpen in beeld te houden.
Een eerste vereiste is natuurlijk dat de camera op het gewenste punt scherpstelt. In veel gevallen is dat het onderwerp, en dat bevindt zich niet altijd centraal in beeld. Toen
in het analoge tijdperk de eerste spiegelreflexen met autofocus verschenen, hadden die een soort ‘brievenbusje’ midden in de zoeker. Dat was het punt waarop de camera scherpstelde. Wilde je het onderwerp niet pats-boem in het midden hebben, dan moest je eerst scherpstellen en vervolgens met vergrendelde scherpstelling opnieuw de compositie bepalen.
Jos Paalvast (digipics)
Canon 5D II · ISO 320 · F 8 · 1/1000 SEC · 300 MM
Tegenwoordig hebben spiegelreflexen en systeemcamera’s honderden scherpstelpunten die zo goed als het hele beeld bestrijken. In principe kan de camera dus zelf een scherpstelpunt uitkiezen. Je hoeft dan alleen maar de camera op de juiste plek te richten en op tijd af te drukken. Nadeel is dat je pas achteraf weet of de camera de juiste keus heeft gemaakt. Vaak wordt namelijk automatisch het dichtstbijzijnde object gekozen.
Daarom kun je ook in deze tijd nog steeds beter handmatig het scherpstelpunt van je camera kiezen: via het menu of met behulp van de knoppen van je camera. Hoe meer scherpstelpunten er zijn, hoe omslachtiger dit natuurlijk wordt. Daarom hebben camerafabrikanten de selectie van het scherpstelpunt wat gemakkelijker gemaakt. Je kunt bijvoorbeeld gebruikmaken van een joystick. Bij de meest recente modellen die een touchscreen hebben, werkt het nóg simpeler: je raakt gewoon het gewenste punt aan op het scherm.
Maarten Geukens (maarteng5)
Nikon D800 · ISO 100 · F 9 · 1/200 SEC · 16 MM
Meestal heeft het touchscreen ook een stand waarin de camera na één aanraking scherpstelt en vervolgens direct een foto maakt, net als een smartphone. In veel gevallen kun je echter beter eerst scherpstellen en daarna op het gewenste moment afdrukken, omdat scherpstellen altijd tot enige vertraging leidt. Omdat een en ander verschilt per model, kun je het beste even in de handleiding bekijken hoe het precies bij jouw camera zit.
Scherpstelvergrendeling
Als je onderwerp niet in het midden van het beeld staat, kun je het scherpstelpunt verplaatsen. Maar als je dat lastig vindt, kun je ook – net als vroeger – het middelste scherpstelpunt gebruiken. Selecteer het middelste scherpstelpunt en richt de camera zo dat dit scherpstelpunt precies op het gewenste deel van het onderwerp valt. Als je de ontspanknop half indrukt, stelt de camera daarop scherp. Nu beweeg je terug naar je gekozen compositie, terwijl je de ontspanknop half ingedrukt houdt. Zodra alles naar wens is, druk je helemaal door.
Bij een geringe scherptediepte (korte opnameafstand, lange brandpuntsafstand en/of laag F-getal) kun je deze methode beter niet gebruiken, omdat de minste verschuiving dan tot onscherpte leidt.
Esther Binnendijk (e-binnendijk51)
Nikon D750 · ISO 250 · F 3,2 · 1/320 SEC · 105 MM
Stilstaand of bewegend onderwerp
Een voorwaarde voor een geslaagde foto is niet alleen dat het onderwerp goed scherp is, maar ook goed scherp blijft. Als jij de scherpstelling hebt vergrendeld om opnieuw de compositie te bepalen, moet je vervolgens geen stapje naar voren of achteren doen, want dan komt de scherpte achter, respectievelijk voor het juiste punt te liggen, en wordt het onderwerp alsnog onscherp.
Het onderwerp kan natuurlijk ook zelf bewegen. Als een hardloper bijvoorbeeld van links naar rechts door het beeld rent, kan de autofocus bij de keus voor een specifiek scherpstelpunt het onderwerp ‘kwijtraken’. Nog lastiger wordt het wanneer het onderwerp (ook) naar je toe of van je af beweegt, met name bij serieopnamen. Om in zulke situaties toch het onderwerp scherp in beeld te krijgen én te houden, beschikken de meeste camera’s over verschillende AF-standen.
Sonja Jaarsveld
Nikon D810 · ISO 320 · F 3,5 · 1/1250 SEC · 175 MM
Enkelvoudige en Continue AF
Allereerst heb je enkelvoudige (single) AF, waarmee je eenmalig scherpstelt op een stilstaand onderwerp. Als je de ontspanknop half indrukt, stelt de camera op dat onderwerp scherp. Die scherpstelling blijft zo, ook als het onderwerp beweegt. Bij Nikon heet deze stand AF-S, bij Canon One Shot en bij andere merken soms weer anders.
Bij continue AF blijft de camera het onderwerp volgen nadat de ontspanknop half is ingedrukt. Vaak kun je deze stand verder finetunen, bijvoorbeeld om te voorkomen dat de autofocus het spoor bijster raakt wanneer zich er even een obstakel tussen jou en die hardloper bevindt. Bij Nikon heet dit AF-C en bij Canon AI Servo.
Henk van Maastricht (henkvanm13)
Nikon D7200 · ISO 100 · F 13 · 1/200 SEC · 60 MM
Ten slotte heb je nog een derde stand waarin de camera automatisch een van beide bovengenoemde standen selecteert, afhankelijk van of het onderwerp wel of niet beweegt. Als een stilstaand onderwerp in beweging komt, schakelt de camera automatisch over van enkelvoudige AF op continue AF en omgekeerd. Deze stand heet AF-A bij Nikon en AI Focus bij Canon. Het voordeel van deze stand is de flexibiliteit; het nadeel is dat je minder controle hebt.
Geavanceerde camera’s beschikken vaak ook nog over een heel scala aan custom-opties waarmee je de automatische scherpstelling exact kunt afstemmen op je onderwerp. Een voetballer of een fladderende vogel beweegt zich immers op een heel andere manier dan een sprinter op de honderd meter. Je geeft dan via een aantal opties aan wat er bijvoorbeeld moet gebeuren als het onderwerp plotselinge bewegingen maakt, van snelheid verandert of eventjes uit beeld verdwijnt, en hoe lang de camera wacht met overschakelen zodra er een ander object in beeld verschijnt. Hiermee kun je de camera obstakels laten negeren, of juist de scherpstelling naadloos op een ander onderwerp laten overgaan. Kijk in de gebruiksaanwijzing wat jouw camera aan specifieke mogelijkheden biedt.
Focus of release priority
In het menu van jouw camera vind je nog een andere optie die een grote invloed heeft op de scherpstelling, de priority. Bestaande uit focus priority en release priority.
Focus priority betekent dat als je de ontspanknop indrukt, er pas een foto wordt gemaakt zodra de camera heeft scherpgesteld. Je hoeft de knop dan niet per se eerst tot halverwege in te drukken. Bij release priority maakt de camera al een foto als er nog niet (volledig) is scherpgesteld. Je moet dan natuurlijk wel zelf opletten of het scherpstellen is gelukt.
Beide opties hebben zo hun voor- en nadelen. Want in het eerste geval blokkeert de ontspanknop totdat de scherpstelling helemaal in orde is. En dat kan best frustrerend zijn, want misschien betreft het een uniek moment en heb je liever een foto die een beetje onscherp is dan helemaal geen foto.